Strijk zonder druk uit te oefenen naar de basis van de hals. Beweeg je handen dan over de hals naar de achterkant van het hoofd en naar beneden naar de schouders. Laat ze vervolgens glijden naar de basis van de hals en naar het bovenste deel van de nek.

Leg één van je handen zachtjes plat op de buik van het kind en maak dan steeds grotere cirkels rond de navel, over de hele buik, met de klok mee, zonder te drukken. BLIJF ROND DE NAVEL EN GA NIET TOT AAN DE BORST OF TOT AAN HET BEKKEN.

Plaats je handen zachtjes en zonder druk uit te oefenen plat voor de ogen en open ze bij de slapen alsof je 'de luiken opent', sluit ze dan terug over de ogen om 'de luiken te sluiten'. DIT IS IDEAAL ALS AFSLUITER VAN EEN MASSAGESESSIE.

Plaats één hand onder de hiel en één hand bovenop de voet van je kind en laat beide handen tegelijk van de enkel naar de tenen glijden, alsof je de sok uittrekt. Je kunt ook elke teen tussen je duim en wijsvinger strijken, alsof je zijn sok uittrekt, teen voor teen.
STREEL ELKE TEEN ZACHTJES, ZONDER HARD TE TREKKEN.

Begin in het midden van de rug en werk naar boven en naar buiten toe. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Van de polsen tot de schouders. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Van de enkels tot de knieën. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Beweeg de enkel op en neer als een slinger. Doe dit heel zachtjes, zonder te forceren.

Beweeg de pols op en neer als een slinger. Doe dit heel zachtjes, zonder te forceren.

Teken met je vingertoppen een cirkel rond elk oog bij de wenkbrauwen aan de basis van de neus. Strijk vervolgens langs de boog van de wenkbrauw, onder de ogen door naar de neus om terug te keren naar de beginpositie.

Plaats één hand in het midden van het voorhoofd, evenwijdig om een zo groot mogelijk oppervlak in contact met de huid te krijgen en strijk je hand naar de slaap. Plaats dan de andere hand in het midden van het voorhoofd en strijk deze naar de andere slaap. WISSEL DE TWEE BEWEGINGEN AF, ZOALS DE STRELING VAN EEN VEER.

Doe de beweging boven het hoofd, daarna aan elke zijde van de schedel. GEBRUIK JE VINGERTOPPEN, OM DE HUID NIET TE KRASSEN.

Maak afwisselend met de duimen halve cirkels: van de vingerkootjes tot de pols.

Maak afwisselend met de duimen halve cirkels: van de top van de tenen tot de enkel.

Neem de hand van het kind in de jouwe, palm naar boven. Teken met de duim van je andere hand steeds grotere cirkels in het midden van zijn handpalm, alsof je een slakkenhuis tekent.

Plaats je vingertoppen aan weerszijden van de enkel van je kind en teken dan steeds grotere cirkels rond de enkel, alsof je een slakkenhuis tekent.

Plaats je vingertoppen op de slapen van het kind en maak dan steeds grotere cirkels, alsof je een slakkenhuis tekent.

Plaats je handen plat naast elkaar, aan weerszijden van de ruggengraat, op de onderrug van je kind. Glijd beide handen omhoog over de rug en dan weer naar beneden in grote golven, ZOALS EEN SLANG. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Plaats je duimen aan weerszijden van de ruggengraat op de onderrug van het kind. Beweeg je duimen in kleine cirkels omhoog naar de basis van de nek, en dan weer terug naar beneden in dezelfde beweging. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Neem de hand van je kind tussen de jouwe. Teken een hart met je duimen omhoog naar de pols en omlaag naar de vingers.

Plaats je handen plat op de elleboog van het kind, evenwijdig met de arm. Beweeg je handen heen en weer, één naar beneden en één naar boven. Eén hand glijdt naar de schouder, de andere naar de pols. Doe daarna het omgekeerde.Zorg voor een rustig tempo en oefen een lichte druk uit. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Plaats je handen plat op het scheenbeen van het kind, evenwijdig met het been.
Beweeg je handen heen en weer, één naar beneden en één naar boven. Eén hand glijdt naar de knie, de andere naar de enkel.
Doe daarna het omgekeerde.
Zorg voor een rustig tempo en oefen een lichte druk uit.
Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Plaats je handen plat in het midden van de rug van het kind, evenwijdig met de ruggengraat.
Beweeg je handen heen en weer, één naar beneden en één naar boven.
Eén hand glijdt naar de nek, de andere naar de taille.
Doe daarna het omgekeerde.
Zorg voor een rustig tempo en oefen een lichte druk uit.
Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Van de enkels tot de knieën.

Van de polsen tot de schouders.

Leg je handen plat op elke schouder en druk zachtjes, afwisselend op de linker- en rechterschouder. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Beweeg op en neer langs de rug om berenstappen na te bootsen. ELKE STAP MOET ZACHT ZIJN, ALSOF DE BEER OP EIEREN LOOPT! Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Van de schouder naar de handen.

Van de knieën tot de enkels.

Leg je handen plat en maak drie driehoeken om de boom te vormen. Wijs met je wijsvinger naar de onderrug om te tonen waar het konijn zit. Teken met dezelfde vingertop twee oren, dan drie snorharen aan weerszijden van de ruggengraat, de grote poten van het konijn vorm je met de platte kant van je hand op de onderrug. Om het konijn te laten springen, beweeg je je handen naar verschillende plaatsen op de rug.
Voor gedurfde sprongen en dubbele achterwaartse salto's, maak je draaiende bewegingen in de lucht voordat je je handen weer op zijn rug legt. Het zweet wordt voorgesteld door veegjes naar beneden, het warrige haar door gekietel en de snorren door gezigzag.
Teken ten slotte de drie driehoeken opnieuw met de vlakke hand en plaats de ene hand op de andere onderaan op de rug. Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Begin met drie simpele aanrakingen op de rug. Teken verschillende voren in de rug met lijnen die van boven naar beneden lopen, plant dan de zaadjes met je wijsvingers, waarbij je puntjes maakt van boven naar beneden. Maak plooien, zonder te knijpen, om de groeven te sluiten. Teken grote cirkels om de zon te laten schijnen, tik dan met je vingertoppen van boven naar beneden op de achterkant om de regen te laten vallen. Beschrijf de groeiende wortels met grote opwaartse strelingen vanaf de middel tot de onderkant van de nek, eindig dan met gekietel over de hele rug om het konijn na te bootsen dat aan de wortels knabbelt..Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Strijk de ene duim over de andere, elk om beurt, alsof je de sporten van een ladder tekent. Beweeg naar de basis van de nek, dan terug naar beneden in eenzelfde beweging, elke duim glijdend onder de andere.Dit doe je best zittend, of liggend op je zij als je kind een naald heeft.

Neem dan met de duim en wijsvinger van je tweede hand de top van elke vinger vast en strijk hem glad tot aan de vingertop, alsof je een handschoen uittrekt, vinger per vinger.STREEL ELKE TEEN ZACHTJES, ZONDER HARD TE TREKKEN.

Vanaf de pols langs de arm tot aan de schouder. Je kunt bij deze beweging het geluid van een trein nabootsen, 'tsjoek-tsjoek'.

Van de enkels tot de knieën.