Wat zijn de verschillende soorten kankerbehandeling?

Image_main_enfant_cathéter

Zodra het soort kanker is vastgesteld, zal de oncoloog beslissen over de behandeling die nodig is. Er zijn drie hoofdsoorten: chemotherapie (behandeling met geneesmiddelen), bestraling en chirurgie. Niet alle kinderen moeten ze alle drie ondergaan: Je verwijzende arts zal met je bespreken welke behandeling nodig is voor de kanker van je kind.

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling met geneesmiddelen. Het wordt alleen of in combinatie met chirurgie en/of bestraling toegepast. Chemotherapeutische geneesmiddelen, ook wel cytotoxische geneesmiddelen genoemd, beschadigen of doden de cellen van het lichaam. Chemotherapie bestrijdt dus de kankercellen, maar beschadigt ook sommige normale cellen, wat leidt tot bijwerkingen die vaak tijdelijk zijn.

Niet alleen veroorzaken de verschillende gebruikte geneesmiddelen verschillende bijwerkingen, maar ook reageren niet alle kinderen hetzelfde op dezelfde chemotherapiemiddelen.

Chemotherapie kan langs verschillende wegen worden toegediend. Bij kinderen wordt ze meestal toegediend in de vorm van tabletten of door injectie in het bloed, het weefsel of het hersenvocht. Ze kan ook over verschillende perioden worden voorgeschreven, in het ziekenhuis of thuis, op poliklinische basis. De toedieningswijze is afhankelijk van het geneesmiddel en het soort kanker.

Voorzorgsmaatregelen bij chemotherapie

  • Na chemotherapie kunnen kleine hoeveelheden geneesmiddelen worden uitgescheiden in de lichaamsvloeistoffen van het kind, zoals bloed, urine, ontlasting of braaksel. De hoeveelheid varieert aanzienlijk, afhankelijk van het toegediende geneesmiddel.
  • Urine, uitwerpselen en braaksel kunnen in het toilet worden doorgespoeld. Spoel het toilet twee keer door met het deksel dicht om spatten te voorkomen.
  • Vuile wegwerpluiers moeten in een plastic zak worden gedaan en in de gebruikelijke afvalbak worden gegooid.
  • Andere vuile voorwerpen, zoals stoffen luiers, lakens en kleren kunnen worden gewassen met een flinke hoeveelheid water en wasmiddel.
  • Nadat je met urine, uitwerpselen of braaksel in aanraking bent geweest, is het aanbevolen te zorgen voor een goede hygiëne. Het belangrijkste is om je handen te wassen.
  • Zwangere vrouwen en/of vrouwen die borstvoeding geven moeten handschoenen dragen bij het hanteren van het afval.

Soms wordt chemotherapie thuis toegediend. Vaak is dat het geval bij orale chemotherapie. Als dit een optie is voor je kind, zal de zorgverlener of apotheker je uitleggen hoe je te werk moet gaan.

Bestraling

Bij bestralingen wordt straling met een hoge intensiteit, meestal röntgen- of gammastralen, vrijgegeven om kankercellen te doden of te beschadigen, zodat ze niet meer groeien en zich niet meer vermenigvuldigen. Ze worden alleen of in combinatie met chemotherapie en/of chirurgie toegepast.

Bestralingen zijn pijnloos en elke sessie duurt maar een paar minuten. Ze worden gewoonlijk dagelijks uitgevoerd gedurende een periode van 4 tot 6 weken. Voor het begin van de bestraling 'organiseert' de technicus/arts de sessie. De exacte positie van je kind wordt bepaald. Zo wordt ervoor gezorgd dat de stralen altijd op de juiste plaats worden verspreid.
Als tijdens de behandeling van je kind bestraling wordt gebruikt, zal het medisch team afspraken maken en je informatie geven over de behandeling, de mogelijke bijwerkingen en de behandeling daarvan.

Bestraling is zeer doeltreffend om kanker te behandelen, maar kan gezonde cellen in de buurt van het behandelde gebied beschadigen, wat kan leiden tot bijwerkingen op korte en lange termijn. De bijwerkingen zijn afhankelijk van de gebruikte hoeveelheid straling en het deel van het lichaam dat wordt behandeld. Niet alle kinderen krijgen alle geïdentificeerde bijwerkingen. Je radiologisch oncoloog en medisch team zullen ervoor zorgen dat je kind wordt opgevolgd om eventuele bijwerkingen van de bestraling te identificeren en te beheersen.

De radiotherapeut-oncoloog, de verwijzende arts of het verplegend personeel zien je kind ten minste eenmaal per week wanneer hij de bestralingen ondergaat. Je kunt hen al je vragen stellen en de behandeling en bijwerkingen van je kind bespreken.

Chirurgie

Veel kinderen met kanker moeten tijdens hun behandeling geopereerd worden. Chirurgie wordt gebruikt om een biopsie te nemen van een verdachte massa of knobbel op het moment van de diagnose, het stadium van een ziekte te bepalen, een centrale katheter in te brengen, een tumor te verwijderen en/of te verkleinen. Het kan een belangrijk onderdeel zijn van de behandeling van kinderen met solide tumoren of hersentumoren. De algemeen chirurg, orthopedisch chirurg of neurochirurg maakt deel uit van het team van deskundigen dat bij de zorg voor je kind betrokken is.

Resectie van een primaire tumor

Voor of na chemotherapie kan het noodzakelijk zijn de primaire tumor operatief te verwijderen. In sommige gevallen is de enige behandeling die nodig is de totale resectie (verwijdering) van de tumor. Maar de meeste kinderen hebben aanvullende chemotherapie en/of bestraling nodig. Voor de resectie van een primaire tumor is een uitgebreide operatie onder algehele anesthesie nodig. Het chirurgisch team zal je de precieze werking van de ingreep uitleggen.

Tumorreducerende chirurgie

Soms is een tumor te groot om veilig te verwijderen. Zoveel mogelijk verwijderen als mogelijk kan dan helpen om het kind meer comfortabel te maken, zeker als het een grote tumor betreft.

Chemotherapie and radiotherapie zouden meer effectief kunnen zijn op een kleinere tumor.

Controle-ingrepen

Sommige kinderen met vaste tumoren en hersentumoren ondergaan een 'controle'-ingreep, 3 tot 6 maanden na de eerste verkleining. De behandeling (bestraling en/of chemotherapie) kan de tumor namelijk hebben verkleind. In dat geval is het gemakkelijker om het te verwijderen door middel van chirurgie. De chirurg kan ook beslissen het gebied te controleren op recidief en een biopsie van het omliggende weefsel te nemen.

Amputatie en enucleatie

Bij sommige kinderen met retinoblastoom en sarcoom wordt een operatie uitgevoerd waarbij een deel van het lichaam volledig of gedeeltelijk wordt verwijderd. Maar de vooruitgang in de behandeling van kanker bij kinderen zorgt ervoor dat amputatie of verwijdering van de kankerachtige massa steeds vaker kan worden vermeden. Bovendien is de operatie bij bottumoren vaak complex en zijn er bottransplantaten en ledemaatreddende ingrepen nodig. Neem voor meer precieze en persoonlijke informatie contact op met de orthopedische chirurg of de behandelende arts van je kind.

Orale geneesmiddelen

Het is goed om je kind te helpen de geneesmiddelen te geven die het in het ziekenhuis krijgt. Over het algemeen zijn ze gemakkelijker in te nemen als ze de behandeling thuis moeten voortzetten. Veel kinderen nemen niet graag geneesmiddelen in, in welke vorm dan ook.

Enkele tips om je kind te helpen zijn geneesmiddelen in te nemen:

  • Belonen is doeltreffender dan dreigen. Gebruik een hulpmiddel om hem aan te moedigen: koop bijvoorbeeld een magnetische medicijnkaart.
  • Zoek afleiding: stel bijvoorbeeld voor om een spelletje te spelen.
  • Probeer de lepel te vervangen door een injectiespuit, dat is misschien makkelijker. Je verpleegkundige zal je laten zien hoe je het gebruikt.
  • Misschien moet je hem vasthouden zodat hij niet beweegt. Indien nodig zal je verpleegkundige je tonen hoe je het best te werk gaat.
  • Als je een geneesmiddel niet kon toedienen, breng dan het medisch team op de hoogte.
  • Sommige geneesmiddelen/tabletten moeten op specifieke tijden worden ingenomen. Controleer om welke tijdstippen het gaat en wat de uiterste houdbaarheidsdatum is.

Voordat je een geneesmiddel geeft dat niet door de oncoloog is voorgeschreven, moet je het medisch team van je kind vragen of dat in orde is.

Geef nooit aspirine of geneesmiddelen die aspirine bevatten.

Tabletten innemen

Sommige kinderen vinden het moeilijk om tabletten door te slikken. Als dit probleem zich bij jou voordoet, vraag dan je verzorger of apotheker om schriftelijk advies over het innemen van tabletten.

Enkele tips om je kind te helpen zijn tabletten door te slikken:

  • Plet de tabletten en voeg een klein lepeltje confituur, ijs of fruitsap toe, maar pas op dat je je kind geen afkeer doet krijgen van iets wat hij lekker vindt. Tablettenbrekers zijn overal verkrijgbaar, onder meer op het internet. OPMERKING: Sommige tabletten mogen niet worden geplet. Vraag je apotheker eerst om advies.
  • Breek grote tabletten in twee of vier stukken. Tabletsnijders zijn verkrijgbaar in de apotheek.
  • Probeer de tablet achter in de mond op de tong te leggen en laat het kind vervolgens met het hoofd naar achteren een grote slok water nemen om de tablet door te slikken.
  • Tabletten die te onaangenaam smaken, kunnen in gelatinecapsules worden gedaan die in de apotheek verkrijgbaar zijn.
  • Als je kind deze capsules inneemt, geef hem dan eerst een slokje water om de mond te bevochtigen.

Wanneer de tabletten worden uitgebraakt

  • Als je kind braakt na het innemen van tabletten, overleg dan met de oncologisch apotheker of het verplegend personeel. Indien nodig kan de apotheker je vertellen wat je moet doen en je vervangende tabletten of capsules geven.
  • Als je kind systematisch overgeeft bij het innemen van zijn tabletten, overleg dan met je oncoloog.

Dit artikel is afkomstig uit een Engelse informatiefolder van de Paediatric Integrated Cancer Service (PICS) voor ouders en gezinnen met een kind met kanker. De PICS is in de eerste plaats een partnerschap tussen het Royal Children's Hospital, het Monash Children's Hospital, binnen Monash Health, en het Peter MacCallum Cancer Centre in Melbourne, Australië. Het gaat om een herziene versie van de 'Guide For Parents Of Children With Cancer' (2000). Deze gids is geschreven en uitgegeven door het verplegend personeel van het Children’s Cancer Centre van het RCH. Het werd door de PICS herzien in 2006 en nogmaals in 2011.

Heeft de inhoud van het artikel je geholpen?